Het Rijwerk-boek gaat éven voor op al de rest. Want het gaat net zoals
bij het grondwerkboek: moeizaam. Ook het grondwerkboek duurde twee jaar voor het af was - dit boek zal er alles bij elkaar drie geduurd hebben.
Eerst er héél veel over praten "dat het
eigenlijk zou moeten", want mensen vragen ernaar. Maar ik vind het veel te vroeg: niet alleen ben ik zelf geen natuurtalent, ik merk bij mezelf dat mijn denken over rijden heel erg evolueert, en nog steeds. Ik denk héél anders over
rijden dan pakweg 5 jaar geleden. Dus ik schrijf niks.
Ik
begin wel af en toe mentaal notities te maken. Ik merk dat ik sommige
dingen blijkbaar vaak herhaal, of dat mensen toch wel heel vaak vragen
wat nageven is, of impuls. Links en rechts begin ik losse flodders op te
schrijven, waarvan ik van de helft uiteraard nu niet meer weet waar ik
ze toen heb bewaard.
Er ontstaat een vage structuur in m'n hoofd, en ik
doe een oproep naar mensen om bij hen te mogen komen filmen in ruil voor
een les, omdat ik wat ik denk over rijden bij méér mensen wil toetsen.
Zoals over "vanuit de zit rijden" of in galop aanspringen: ik schaaf alle overbodige franjes eraf,
en keer terug naar de galophulp van m'n kindertijd.
Maar zelfs
rijdende clickertrainers blijken niet te clickertrainen onder het zadel
omdat er eigenlijk geen wérkelijk inzicht is in leertheorie. Geniale
grondwerkers blijken voor het rijden tóch terug te vallen op wat ze van
tevoren wisten. En het is moeilijk om bij een wildvreemde combinatie aan
te komen zetten met "laten we eens helemaal opnieuw beginnen". Het zijn
tenslotte mijn leerlingen niet, ik spring maar eens binnen voor een
keer.
Dat werkt dus niet. De individuele reacties zijn blij lovend, maar mijn ideeën komen er niet voldoende uit,
uit die filmpjes. Ik tik mezelf op de vingers: foute aanpak, gemiste
kans (maar in elk geval bedankt aan al die mensen)! Ik laat m'n vage structuur weer helemaal los.
Desondanks begint onder invloed van die winterse filmronde het onderwerp van
mijn lessen te veranderen. Waar ik in het begin de nadruk legde op de
oefeningen verschuift dat steeds meer naar het inzicht, het waaróm van
de oefeningen. Ik ga steeds meer splitten. Niet alleen de bestaande rijvormen - ik betrap mezelf erop dat ik ook nog eens in de hulpen zélf ga knippen.
Op een clinic bij de Keulseweg
neem ik het uiteindelijke besluit: nee, het wordt géén doorslag van het
grondwerkboek. Geen pagina's vol met foto's, do's en don'ts. Wél:
inzicht in wat er gebeurt in een paardenhoofd, en daardoor empowerment:
je kan het zélf. Weg van de ingewikkeldheid, de franjes, de mystiek: de
basis van rijden is simpel, nog simpelder dan je denkt. Kinderlijk
eenvoudig, zelfs - letterlijk. Ik knip nog méér.
Ik schrijf
chaotisch, net zoals de dingen in mijn hoofd zitten. Dat kan vreemde
vormen aannemen, geloof me. Midden in de nacht tast ik naar een balpen
en schrijf iets geniaals maar 's ochtends helaas onleesbaar op een blad
papier (ik kan me nog steeds niet herinneren wat het was). In de auto,
twee ogen op de rijbaan voor me, ik voel waar het blad ongeveer ligt op
de passagierszetel en schrijf dan 3 zinnen bibberletters.
Grote en
kleine stukken tekst, maar deze keer raken ze gelukkig wel in één mapje op de computer
bewaard.
Maar het blijft paniek. Wie ben ik om een boek te schrijven, over rijden godbetert?
Ik ga naar buiten, roep. Zoals gewoonlijk komen ze alle vier, en zoals gewoonlijk 'wint' Adje - ik geef de anderen hun troostprijs, een handvol korrel. Ik kruip op een blote Adje, en dat is alles wat ik voor de rest doe. Een beetje links-rechts-voor-achter. Adje draait haar hoofd naar m'n rechtervoet. "Je denkt te veel na," zegt ze. Ze heeft gelijk. De zon straalt, de hemel is blauw, Adje heeft de heerlijkste blotepaardenrug ter wereld.
Daar, op Adje's rug, besef ik dat ik niet ongerust hoef te zijn. Ik mág een rijboek schrijven ook zonder dat ik eerst Grand Prix-ruiter word. Ik hak de knoop door en zet de definitieve structuur van het boek op. Ik heb nog een maand om alle losse stukken weer aan elkaar te
schrijven.
Yup, Inge schrijft een boek
over iets waar ze eigenlijk, naar traditionele normen, veel te weinig
van weet: rijden!